Korte inhoud en tekstfragmenten uit 'Welke dag is het vandaag?'

Een muzikaal drama van Teejatergroep Orion

En toen was de deur dicht…
Je binding met de wereld is niet meer… Afgesneden… Termijn onbekend.
Een paar vierkante meter tussen dichte muren, dat is je wereld!
De mensheid? Tien individuen… Samen veroordeeld tot hetzelfde lot.
Angst, woede, verdriet, onbegrip, machteloosheid, maar vooral… onzekerheid.
Die slopende, alles overheersende onzekerheid.
Je weet niet hoeveel tijd je hebt. Een dag? Een week? Een jaar?
Ga je hier nog uitkomen?
De wereld is niet meer wat hij was. Of leek te zijn… Grenzen worden vaag.
Vaste waarden worden twijfelachtig. Rotsvaste overtuigingen lijken broos.
Zijn alle mensen om je heen dan zoveel sterker? Weet iedereen het beter?
Zijn mensen te vertrouwen? Word je wel gehoord? Mag je zijn wie je bent?
Ben je echt alleen? Of zijn er dan toch mensen, mensen die zijn zoals jij?

Is het slechte altijd slecht? Is het goede altijd goed?
Soms is het kwade nodig om het goede te kunnen zien.

Alle besef van tijd is verloren.
Welke dag is het vandaag?
Alle dagen zijn hetzelfde, maar niemand zal nog dezelfde zijn….

 

-------------------------

Monoloog personage Pjotr 

Negentien was ik. Negentien! En ik had ze al gevonden.
De liefde van mijn leven. De vrouw waar ik nu al meer dan 25 jaar van hou.
Ze was zo mooi, zo verlegen.
Het was alsof er een vonk oversprong,
een vlam, die eeuwigdurend zou blijven branden.
Voor haar wilde ik zorgen, haar wilde
ik het allerbeste geven. Weg uit Polen, weg uit dat arme,
koude land zonder toekomst. Naar een betere plek,
een land vol mogelijkheden, vol kansen.
Kansen voor iedereen, dát dacht ik.
Mijn kinderen, mijn vrouw, ze zouden hier gelukkig worden.
Ik zou hier gelukkig worden.
En alles liet ik achter, mijn ouders, mijn vrienden, mijn geboortedorp.
Maar ik had het ervoor over. Het maakte niet uit.
Een goede toekomst voor mijn gezin, dat was me alles waard.
Doodgewerkt heb ik me. Doodgewerkt.
Dag in dag uit, 7 dagen per week in de fabriek.
En ’s avond de taal leren. Hardop oefenen, urenlang.
(met een accent) ‘Nederland is een democratisch land,
Iedereen heeft gelijke kansen’. Hahaha!
En toen die studie, alles op alles zetten voor die studie.
Ik was goed, beter dan de meeste, misschien wel de beste.
Gevoel voor recht, dat had ik.
Het is niet moeilijk om te zien wat deugt en wat niet deugt.
Wat goed is en wat slecht.
En ja, ik werd aangenomen, Pjotr Javenka werd aangenomen.
Pjotr Javenka was politieagent in Nederland.
Mijn ideaal was bereikt.
Ik zou de wereld een beetje beter kunnen maken.
Al 20 jaar loop ik nu verdomme bonnen te schrijven, rapporten uit te tikken.
Niks heb ik bereikt.
Anderen wel ja. Over elkaars rug. Over mijn rug.
Iedereen gelijke kansen, maar ik een beetje meer dan jij…
Waarom word ik met de nek aangekeken?
Omdat ik van Poolse afkomst ben?
Omdat ik minder ben dan de rest?
Of omdat ik een beetje béter ben dan de rest?
Ik ben niet veer meer dan een stuk vuil, overbodige ballast.
Het sloopt me. Het sloopt me helemaal.
De kinderen zijn weg. De wereld in. God behoede hen.
En mijn vrouw…. De vlam is gedoofd.
Ze is onzichtbaar geworden, zonder woorden, zonder gezicht.
Ze komt vaak dagen niet buiten, en soms, wanneer ik thuiskom,
hoor ik haar zingen op zolder, in het Pools, als een schuwe muis.
En ik? Ik weet het niet meer… Ik ben het kwijt…
Wat is goed en wat is kwaad…?
Ik zie het niet meer. Ik ben de weg kwijt.
Alle grenzen vervagen. Iedereen heeft zijn eigen goed en kwaad.
Iedereen neemt zijn eigen heft in handen.
De wet naar eigen hand zetten. Dat mag in dit land.
Ik zie het verschil niet meer tussen goed en kwaad.
Ik bén kwaad, dat voel ik wel!
Al ruim 25 jaar heb ik in het gareel gelopen. Soepel meegedraaid.
Dat is over. Ik wil niet genegeerd worden. Ik ben er. Ik besta.
(schreeuwt) Ik besta. Pjotr Javenka bestaat!!

 

-------------------------------------------

Monoloog en liedtekst personage Nienke 

We spraken vaak over de dood. En over het leven na de dood.
We konden daar goed over praten samen.
We konden over alles praten.
Onze gedachten delen.
Natuurlijk, soms stond ik alleen buiten…
’s Avonds, ’s nachts… en dan schreeuwde ik het uit.
Alle machteloosheid, alle woede schreeuwde ik eruit.
En hoe krankzinnig de situatie eigenlijk was.
Wat hoe neem je in godsnaam afscheid.
Studeer je iets in? Laat je het gebeuren?
Ze zullen me veroordelen, nawijzen.
Ik zal het nooit kunnen vertellen.
Een levenslang geheim.

(korte stilte).

Ik weet het nog zo goed, toen ik hem ontmoette.
Het was zo mooi. Altijd geweest ook.
We hadden nooit veel woorden nodig om elkaar te begrijpen.
Het ging vanzelf.
En toen werd hij ziek. Ernstig ziek.
We hebben zoveel gehuild samen. Zoveel.
Nachtenlang.
Ik voelde me zo machteloos. Niks kon ik voor hem doen.
Tot het moment dat hij zei:
“Lieve schat, dit is geen leven meer, ik kan het niet meer aan…”
Toen kon ik hem helpen.
Toen kon ik hem daadwerkelijk helpen.

Ik weet het. Het zijn zwarte bladzijden.
Je mag niet voor God spelen.
Je mag geen eigen rechter zijn.
Maar kwaad doen is soms nodig, nodig om dingen goed te laten zijn!

Goed is niet altijd goed. Slecht is niet altijd slecht.
Niet alles is zwart wit. Grenzen kunnen vaag zijn.

(korte stilte)

En ik heb het gedaan.
Het was mooi. Het was goed.
Geen geworstel. Geen gekronkel.
Maar verlichting en berusting.
Een zacht afscheid, vol liefde.
Vol tederheid ook, en herinneringen aan samen.
En iedere dag, ieder uur klinkt zijn stem nog door mijn hoofd….
Zeker ook hier, waardoor ik het een beetje makkelijker heb.
Ik hoor hem, ieder uur van de dag…
“Ik wacht op je”.
En met zijn rechterhand raakt hij mijn wang aan.
Vederlicht. Zoveel warmte.
Ik voel het nog iedere dag.
Ik hoor hem nog iedere dag.
“Ik wacht op je”.
Daarna ben ik nooit meer bang geweest.

Nienke begint haar melodietje te neuriën. Neuriet mee op de muziek die nog altijd klinkt en ze gaat over op zingen…

Ik ben nooit meer bang,
Niks meer om bang voor te zijn.
Als dit het slechte in mij was,
Is het goed om slecht te zijn.
Ik ben nooit meer bang,
Niks meer om bang voor te zijn.
Het einde mag best komen,
Dan zal ik bij je zijn.